$i: Index | $pi: Padded Index | $an: Album Name | $d: Date | $dc: Date Compact
$c: Caption | $fc: Caption (First line) | $fw: Caption (First word)
$t: Tag | $ft: First Tag | $o: Original file name
Vis koop je tegenwoordig bij de visbanken aan de Hippolytusbuurt, direct naast de vleeshal. Op exact die plek werd in de zeventiende eeuw ook al zeevis verhandeld. Er waren toen een aantal vaste plekken in de stad waar vis werd verhandeld, waaronder de Kaakbrug. Die naam heeft - helaas voor dit verhaal - niets te maken met het kaken van haringen. De brug heet zo omdat er een schandpaal (of 'kaak') stond waar criminelen 'aan de kaak' werden gesteld.
Een soort ‘Zicht uit Delft’, zo zou je in de tijd van Johannes Vermeer deze beelden hebben kunnen noemen. In Vermeer’s ‘Zicht op Delft’ kijk je min of meer recht in de Lange en Korte Geer. De stad hield aan het eind van dit water op; afgezet met muren en poorten. Zoals de Rotterdammerpoortbrug, de Kethelpoort, de Dubbele Beugelspoort en nog wat van die ondertussen verdwenen bouwwerken.
De echte naam van Hertog Govert is Godfried van Lotharingen, bijgenaamd ‘Godfried met de Bult’. Die bijnaam dankte hij aan het feit dat de bovenkant van zijn rug was vergroeid. Op de markt liet hij in 1071 een grafelijk Vroonhof bouwen. Dat was de oorsprong van de stad Delft. Maar niemand weet het echt zeker. De relatie tussen de Bult en zijn vrouw boterde niet echt. Al na twee jaar keerde zijn... vrouw Mathilde terug naar haar geboortestreek Italië. Een jaar later reisde Godfried haar achterna, maar de relatie bleef wankel. Mathilde ontliep Godfried; meer dan een goed gesprek zat er in bed niet in. Zij had meer oren voor de nieuwe paus, Gregorius VII, dan voor haar eigen Godfried. Die paus spoorde haar aan om geen contact meer met haar echtgenoot te hebben: dit zou zondig zijn wegens een te nauwe bloedverwantschap. De waarheid was dat de paus wel meer met haar deed dan dat goede gesprek houden. Mathilde was een markant en belangrijk persoon. Ze had veel bezittingen in Italië en ze speelde een grote rol in de Investituurstrijd. Ze steunde de paus niet alleen in bed maar ook materieel en ze ging zelfs persoonlijk het slagveld op om koning Hendrik IV te bestrijden. Ze oogstte daarmee bewondering van de een, en verachting van de ander. Het einde van Godfried is groots: één van zijn vijanden, Robert de Fries, liet hem op een toilet in Vlaardingen vermoorden. Terwijl Godfried bezig was wat afvalstoffen te lozen in een overhangend toiletgebouwtje bracht de moordenaar hem met een zwaard fatale verwondingen toe in zijn aars Meer weergeven
SPOORSINGEL, DE TREIN De trein, nu onmisbaar, is in het begin in Delft een monster; een arbeidsdief genoemd. De reden was dat de vervoerders per schip en over de weg bang waren om hun werk kwijt te raken. In 1839 ging in ons land de eerste trein rijden, tussen Amsterdam en Haarlem. Koning Willem I had in 1836 de concessie getekend, men kon van start gaan met bouwen van rails en stations. In het gedeelte van het traject tussen Den Haag en Rotterdam (1847) werd ook Delft opgenomen. Op 31 mei vond de eerste proefrit plaats en op 3 juni werd de lijn voor het publiek opengesteld. Velen waren in die tijd tegen de trein gekant zij zagen in hem een grote concurrent voor hun bedrijf, vooral degenen die met vervoer van mensen en goederen te maken hadden.
Waer heden eene seer brede brugh d"oostsinghel met de Delfgauwsewegh verbindt, lagh ten tijde van desche foto uijt ca. 1925 desche fraeije gietijzeeren ophaelbrug, genaemd: de Quackelbrug. We kijken door de brugh op de bebouwingh aen d"oostsinghel. Regtsch ligt "t Oostblok. Bij d"algeheele verbredingh van d"oostsinghel in 1927 ten behoeve van "t toenemende verkeer kon de brugh niet behouden blijven.
De Choorstraat gezien vanaf de Verwersdijk. Een drukke winkelstraat vol bedríjvige mensen met manden en handkarren. Het hoekpand links op de foto is de tapperíj van mevrouw G. J. Schampers—KoeIeman‚ terwijl in het hoekpand rechts naar de Dertienhuizen de sigarenwinkel van W. F. Coster was gevestigd.
De Zuiderstraat heet tot de negentiende eeuw ‘Bastiaansvest’, vernoemd naar Sint Sebastiaan. Hij was de patroonheilige van onder meer het schuttersgilde, maar ook van soldaten, jagers, steenhouwers, tuiniers, kleermakers en brandweerlieden.
Binnenwatersloot 1985 In Delft bestaat ook de Buitenwatersloot, deze ligt in het verlengde van de Binnenwatersloot richting Den Hoorn. Oorspronkelijk waren de Binnen- en Buitenwatersloot één geheel. Het is een kanaal tussen Delft en Den Hoorn. De beiden vaarten dateren al vanaf de elfde of twaalfde eeuw en zijn vermoedelijk tot stand gekomen ten behoeve van de afwatering. De benaming Binnenwatersloot wordt niet alleen gebruikt voor de vaart, maar ook als straatnaam voor de bewoning langs deze vaart.
Rond de 15e eeuw was er een vestingspoort die de naam droeg van Waterslootse Poort en over het kanaal de Watersloot werd gebouwd. Zijn naam had hij dan ook te danken aan het kanaal de Watersloot. Men besloot in 1846 omdat de poort in de weg stond deze af te breken. De poort werd voor 3.000 guldens verkocht en in 1847 daadwerkelijk gesloopt
In Delft bestaat ook de Buitenwatersloot, deze ligt in het verlengde van de Binnenwatersloot richting Den Hoorn. Oorspronkelijk waren de Binnen- en Buitenwatersloot één geheel. Het is een kanaal tussen Delft en Den Hoorn. De beiden vaarten dateren al vanaf de elfde of twaalfde eeuw en zijn vermoedelijk tot stand gekomen ten behoeve van de afwatering. De benaming Binnenwatersloot wordt niet alleen gebruikt voor de vaart, maar ook als straatnaam voor de bewoning langs deze vaart.
Rond de 15e eeuw was er een vestingspoort die de naam droeg van Waterslootse Poort en over het kanaal de Watersloot werd gebouwd. Zijn naam had hij dan ook te danken aan het kanaal de Watersloot. Men besloot in 1846 omdat de poort in de weg stond deze af te breken. De poort werd voor 3.000 guldens verkocht en in 1847 daadwerkelijk gesloopt
Twee van de acht houten woningen, afkomstig uit Oostenrijk, in het verlengde van de Wallerstraat achter het hek op het terrein van de Gistfabriek naar het noorden gezien. De huizen zijn genummerd 60 en 62. Gesloopt oktober 2002.
Wallerstraat 2001 Twee van de acht houten woningen, afkomstig uit Oostenrijk, in het verlengde van de Wallerstraat achter het hek op het terrein van de Gistfabriek naar het noorden gezien. De huizen zijn genummerd 60 en 62. Gesloopt oktober 2002.
Delfgauwseweg 349 t-m 385. Achterzijde van de panden. 1952 Gesloopt in verband met reconstructie Rijksweg 13. Fotomontage gemaakt ten behoeve van vergunningverzoek voor het plaatsen van reclameborden voor GENERAL banden op de daken.
Trapjesbrug van de Geerweg naar de Verwersdijk. Met sneeuw gleed ik op de brug onder de leuning, mijn broer greep mij aan mijn jas, en trok mij weer op de brug. Altijd alert, altijd zorgzaam, mijn grote broer van Hannie Sadowski
Vrouw Juttenland 1969 Op nummer 14 was gevestigd Bottetelarij d"Oranjeboom, op 14a C.L. van der Stap, op 14b Uitvaartonderneming "Martha" J.L. Hupkens en op 14c woonden de fam. J.L. Hupkens
Inleiding Voormalig TOLHUIS uit 1866, gebouwd in Eclectische stijl ter vervanging van een ouder tolhuis. Het pand ligt aan de Delftweg evenwijdig aan het Rijn Schiekanaal. Voor het onderhoud van de weg langs de Vliet werd sinds de 17de eeuw tol geheven door de steden Delft en "s Gravenhage. In 1863 liet Delft de bestaande tolgaarderswoning vervangen door de huidige. Het gekroonde gemeentewapen van Delft boven de ingang verwijst naar het gemeentelijk tolgebied. Het tolhuis verloor in 1931 zijn functie toen de tolheffing werd afgeschaft en het is het laatst bewaard gebleven tolhuis in Rijswijk en omgeving. N.B. Ten tijde van de restauratie van het pand (circa 1992) is bij ontpleistering van de gevel, een aanduiding van een tympaan boven de ingangspartij zichtbaar geworden. Omschrijving Tweelaags pand op een rechthoekige grondslag onder een schilddak met gesmoorde Hollandse pannen en zinken hoekkepers. Tegen de achtergevel (oost) bevindt zich een aanbouw onder twee dakschilden die beide gedekt zijn met gesmoorde Hollandse pannen. De gevels zijn wit gepleisterd en voorzien van een gepleisterde, grijsgeschilderde plint, een cordonlijst en profiellijsten tussen de vensters. De voorgevel (west) telt drie traveeën waarvan de rechter risaleert en wordt afgesloten door een, lager dan de daklijn liggend, dakschild met zinken schubben. Dit risaliet bevat de entree binnen een geprofileerde rondboog met sluitsteen. De rechtgesloten paneeldeur met tweelicht venster bevindt zich onder een rondboogvormig veld waarin het wapen van Delft geplaatst is. Links naast de entree zijn twee getoogde zesruits schuifvensters geplaatst en in het hoofdgestel zijn twee mezzanino-vensters opgenomen. In de rechter zijgevel (zuid) bevindt zich een deur met tweelicht venster en rechts daarvan een zesruits schuifvenster. Op de verdieping de cordonlijst doorbrekend, bevindt zich een zesruits schuifvenster. De linker zijgevel (noord) heeft een zesruits schuifvenster op de begane grond. De achtergevel heeft op de verdieping twee vensters maar wordt grotendeels in beslag genomen door de eenlaagse aanbouw waarin een deur met vensters en een dubbele terrasdeur met vensters geplaatst is. In de beide zijgevels van de aanbouw een meerruits venster. Waardering Het tolhuis (1866) is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als typologisch voorbeeld van een 19de eeuws tolhuis met een voor de regio geografisch-bestuurlijk belang. Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een tolhuis gebouwd in de Eclectische stijl met een herkenbare typologie en verschijningsvorm. Het pand is gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering. Het tolhuis heeft zeldzaamheidswaarde als laatst bewaard gebleven, tolhuis in Rijswijk en omgeving. Van stedenbouwkundige waarde vanwege de karakteristieke ligging direct aan de belangrijke verbindingsweg over land en water tussen Rijswijk en Delft waar het pand tevens een beeldbepalend element vormt.
De spoorwegovergang aan de Engelsestraat met daarachter de bebouwing van de stalen ramenfabriek van F. W. Braat naar het oosten gezien. Linksboven een gedeelte van de Groenmolen aan de Kethelstraat, geheel rechts de sigarenfabriek van A. Hillen en een treinwagon op de voorgrond
Werkzaamheden in verband met de verbreding van de constructiebrug ter hoogte van de Westlandseweg hoek Engelsestraat. Op de achtergrond de gashouder. 1961
Poptahof Zuid in aanbouw 1964 waar later boekhandel Paagman en de Voorhofapotheek in zouden komen. Vóór de flat staan bouwketen. Geheel links het gbouw van Kipp en Zonen. Op het grasveld aan de Poptahof Noord zitten v.l.n.r. Koos, Arno en Ellen Bühler.
Nieuwe Plantage voor de Calvé-brug 1955 met op de achtergrond links in de verte de toren van de Oude Kerk en rechts van het midden de watertoren aan het Kalverbos.
Zuidwal 1983 De Zuidwal en de Westvest gezien vanaf het dak van de Sociale Dienst aan de Hooikade. In het midden de sloop van de voormalige distilleerderij De Papegaai.
Zuidwal 1983 De Zuidwal en de Westvest gezien vanaf het dak van de Sociale Dienst aan de Hooikade. In het midden de sloop van de voormalige distilleerderij De Papegaai.
Roland Holstlaan 1969 gezien naar het zuiden; rechts het vierde blok met de huisnummers 924 -1146. In het midden het vijfde blok. Links de hoogbouw aan het Dirk Costerplein. Op de foto is men de bestrating nog aan het leggen. De flat rechts is bewoond tussen januari en eind april 1969.
Voorhofdreef 1979 Met ijzel mensen lopen in de middenberm; de bus rijdt niet; BP-benzinestation ook aan de oostzijde van de weg; op de voorgrond de kruising met de J.J. Slauerhofflaan
Het Klaeuwshofje aan de Oranje Plantage 58-77 met op de voorgrond een zonnewijzer. Hofje van liefdadigheid. Het Klaeuwshofje is gesticht door de Delftse bierbrouwer Dirck Jansz. Uyttenhage van Ruyven en zijn vrouw Elisabeth Fredericksdochter van Adrichem. In 1594 kochten zij een terrein aan de stadswal nabij de Oostpoort, om daarop een hofje te kunnen bouwen waarin rooms-katholieke ongehuwde vrouwen en weduwen, die niet meer in hun onderhoud konden voorzien, gratis mochten wonen en werden onderhouden. Het hofje werd in 1605 in gebruik genomen. Het complex werd in de periode 1960-1970 gerestaureerd. Het historisch niet waardevolle kapelletje werd afgebroken en vervangen door een woning. Van de overige woninkjes werden er steeds twee tot één grotere woning samengevoegd. De niet meer gebruikte deuren bleven als blinde deur gehandhaafd. In totaal zijn er nu tien woningen die nog steeds door alleenstaanden worden bewoond. De huidige ingang tot het hofje bevindt zich aan de Oranje Plantage. De gevelstenen zijn een stadsgezicht ui 1616 en de Wapens Uutenhage-Ruyven uit 1605.
Het Klaeuwshofje aan de Oranje Plantage 58-77 met op de voorgrond een zonnewijzer. Hofje van liefdadigheid. Het Klaeuwshofje is gesticht door de Delftse bierbrouwer Dirck Jansz. Uyttenhage van Ruyven en zijn vrouw Elisabeth Fredericksdochter van Adrichem. In 1594 kochten zij een terrein aan de stadswal nabij de Oostpoort, om daarop een hofje te kunnen bouwen waarin rooms-katholieke ongehuwde vrouwen en weduwen, die niet meer in hun onderhoud konden voorzien, gratis mochten wonen en werden onderhouden. Het hofje werd in 1605 in gebruik genomen. Het complex werd in de periode 1960-1970 gerestaureerd. Het historisch niet waardevolle kapelletje werd afgebroken en vervangen door een woning. Van de overige woninkjes werden er steeds twee tot één grotere woning samengevoegd. De niet meer gebruikte deuren bleven als blinde deur gehandhaafd. In totaal zijn er nu tien woningen die nog steeds door alleenstaanden worden bewoond. De huidige ingang tot het hofje bevindt zich aan de Oranje Plantage. De gevelstenen zijn een stadsgezicht ui 1616 en de Wapens Uutenhage-Ruyven uit 1605.
Oude Delft 1953 In 1953 ben ik met mijn ouders in Delft komen wonen, eerst op 178, een pension. Later zijn mijn ouders verhuisd naar 184, het oude zusterhuis van Bethel. Daar heb ik samen met Karel ook nog gewoond. Evert is aan de overkant geboren, het oude Bethel Ziekenhuis. Wat een herinneringen aan die tijd, het kindertehuis op 174 en...wij hadden toen t.v. en de kinderen uit het tehuis kwamen dan gezellig bij ons tv kijken. Op 176 was de fietsenzaak van Martens gevestigd en aan de andere kant van de Baljuwsteeg woonde notaris Sap. Door Judi Klok-Levit